Alle blokken op de markt zijn grofweg in 2 typen beschikbaar, kogellagering en glijlagering (ook wel ongelagerd genoemd)

Het verschil zit hem vooral in de weerstand van de schijf, maar ook de werk- en breekbelastingen verschillen.

Bij een kogelgelagerd blok zitten er kogels tussen de as en  de schijf wat de weerstand vermindert.

De kogels worden over een zeer klein oppervlak belast door het kleine raak-oppervlak tussen bal en schijf wat dan ook het zwakke punt is als het gaat om belasting. Bij een glijlager is het oppervlak wat wordt belast veel groter en dus zijn deze katrollen over het algemeen sterker.

De Ronstan Orbit en Core blokken hebben een unieke combinatie van deze 2 lageringen; bij weinig kracht draait de schijf op de kogels en bij hogere krachten wordt alleen het glijlager belast.

Hierdoor worden de ballen ontlast waardoor de breeksterkte stukken hoger ligt dan bij andere merken.

Glijlager blokken zijn niet allemaal gelijk. Eenvoudige blokken hebben een nylon schijf met daar doorheen een as. Betere blokken hebben een nylon schijf met een RVS of bronzen bus daarin om een mooier glij-oppervlak te krijgen wat dus minder weerstand geeft. In deze bus zit dan de uiteindelijke as.

Ronstan Core blokken zijn voorzien van een hoog gepolijste bus waardoor ze minimale weerstand hebben bij hogere krachten.

Kogelgelagerde blokken of katrollen kunnen zijn voorzien van verschillende kogels; Delrin, Torlon of RVS.

Delrin kogels zijn goedkoop en prima voor lagere krachten. Delrin kogels zijn over het algemeen wit of zwart. Bij grotere blokken zoals de aluminium Orbit serie. worden Torlon gebruikt. Dit is een bruin/groene kleur.
Bij de kleinste gelagerde blokken zoals de Serie 15  worden juist RVS ballen gebruikt omdat deze beter werken in kleine diameters.

Worden de katrollen nog groter dan zien we ook wel Torlon staafjes als lagering in plaats van ballen. Doordat de staafjes weer een groter raak-oppervlak hebben met de schijf zijn deze blokken oer-sterk met daarbij minimale weerstand.

Wat is het verschil tussen werkbelasting en breeksterkte?

De breeksterkte is de kracht waarbij het blok daadwerkelijk kapot gaat. De werkbelasting is de kracht waarbij het blok iets kan vervormen en niet meer terug buigt.

Bij het berekenen en vergelijken zijn de werkbelastingen het belangrijkste. Deze krachten mogen eigenlijk niet overschreden worden.
De verhouding tussen werk- en breekbelastingen is ongeveer 1:2 maar kan per blok verschillen.

Hoeveel kracht komt er op mijn blok?

Krachten uitrekenen op zeilboten is erg complex. Het heeft te maken met gewicht van het schip, oppervlaktes van de zeilen, oprichtende momenten van de romp en ook gebruikte materialen van de vallen of zeilen.

Rekvrije vallen en zeilen zorgen voor grotere schokbelastingen op de lijnen.

Een eenvoudige beredenering is echter door te kijken naar bijvoorbeeld de gebruikte valstopper. Bij 500kg zal een Spinlock XAS valstopper al gaan slippen, en bij 1000KG zal de Spinlock XTS stopper gaan slippen.

Bij 30 voeters zal de valspanning dan niet veel hoger zijn dan 500kg en bij 40 voeters houdt het wel op bij zo’n 1000 kg.